De Apistogramma borellii of Blauwe dwergcichlide zijn ideaal om je aan het houden van dwergcichliden te wagen. Een aquarium van 60 cm is al voldoende om een koppel van de Blauwe dwergcichlide te huisvesten. Ze zijn wel gevoelig voor vervuild water. Voldoende vaak water verversen is dus de boodschap.
Het aquarium voor de Apistogramma borellii.
Als koppel kan de Apistogramma borellii of Blauwe Dwergcichlide gehouden worden in een aquarium van 60 cm. Wil je graag een harem houden (1 man met enkele vrouwtjes) dan moet je minimaal 80 cm voorzien. Ondank dat hij een territorium vormt, zullen de andere bewoners geen last hebben van de blauwe dwergcichlide. Voorzie voldoende planten en schuilplekken. Dit kan in de vorm van bloempotjes, halve kokosnoten of kienhout. De bodem bestaat best uit zand. Je moet voldoende water verversen want de soort is relatief gevoelig voor vervuild water.
De temperatuur van het water mag tussen de 20 en 28°C zijn. Het is aan te raden de temperatuur rond de 20°C te houden. Bij warmere temperaturen komen ze in kweekmodus. Het continu houden van de Apistogramma borellii rond de 28°C kan hun levensduur verkorten.
Door zijn vredelievend karakter zijn ze geschikt voor een gezelschapsaquarium.
Voeding van de Blauwe dwergcichlide.
De Blauwe dwergcichlide is eens detrivoor. En detrivoor is een afvaleter. Andere dieren die detrivoor zijn, zijn o.a. regenwormen, mestkever,… Ze halen hun voedsel uit het afval op de bodem van het aquarium. Zand happen om er voedsel uit te filteren behoort ook tot de eetgewoonte. Andere visvoer zal ook zonder problemen aangenomen worden. Droogvoer, diepvries of levend voer mag ook op het menu staan.
Kweken van de Apistogramma borellii.
Zoals vermeld gaat de Apistogramma borellii bij hogere temperaturen in kweekmodus. Een kweekbak is geen must, maar verhoogt de kans op succes aanzienlijkHet zijn holenbroeders en je moet deze ook voorzien in het kweekbakje. Ze zetten ook eitjes af op kienhout.
Na het afzetten van de eitjes zal het mannetje door de vrouw worden verjaagd. Ze neemt de broedzorg op zich. Het duurt 4 tot 5 dagen voor de jongen het levenslicht zien. De eerste 5 dagen moeten niet gevoerd worden omdat de dooierzak voor de nodige voeding zorgt. Eens ze vrij zwemmen kun je ze opkweken met artemia-naupliën.